Jong ontmoet Oud

Het ‘Jong ontmoet Oud’ project is een project waarbij wij regelmatig op bezoek gaan bij de bewoners, dementerende ouderen, in het woonzorgcentrum. En daar gezamenlijke activiteiten ondernemen. Zoals spelletjes doen, liedjes zingen of knutselen.
De komst van baby’s en peuters in een verzorgings- of verpleeghuis levert een belangrijke bijdrage aan het doorbreken van het isolement waarin veel ouderen verkeren. Het contact met de kinderen stimuleert onder meer de alertheid en communicatiebereidheid van de ouderen en biedt hun een vreugdevolle ervaring.
Bovendien doen de kinderen op een ongedwongen wijze een beroep op het
verzorgend vermogen van de ouderen.
De kinderen ervaren op hun beurt dat het leuk is om met de ouderen te spelen. En de onvoorwaardelijke aandacht van de ouderen heeft op hen een rustgevend effect. Ook draagt zo’n bezoek bij aan pedagogische doelstellingen. Zo kunnen de gesprekken die de kinderen met de bewoners voeren en de taalspelletjes die zij samen ondernemen bijvoorbeeld de taalontwikkeling van de peuters stimuleren.
De kinderen ervaren op hun beurt dat het leuk is om met de ouderen te spelen. En de onvoorwaardelijke aandacht van de ouderen heeft op hen een rustgevend effect. Ook draagt zo’n bezoek bij aan pedagogische doelstellingen. Zo kunnen de gesprekken die de kinderen met de bewoners voeren en de taalspelletjes die zij samen ondernemen bijvoorbeeld de taalontwikkeling van de peuters stimuleren.
Afgezien van de eigen grootouders, maken oude mensen tegenwoordig nauwelijks deel uit van de leefwereld van het kind. Door de kinderen in contact te brengen met ouderen, leren de kinderen respect te hebben voor mensen die anders zijn. Mensen met rollators en rolstoelen. Mensen die soms ‘vreemde’ geluiden maken. Mensen die rimpels hebben en bibberende handen.
De kinderen leren al snel dat de ouderen anders zijn en hun gedrag moeten aanpassen. Ze leren rekening te houden met de ouderen. En ze leren ook dat het belangrijk is om zorg en aandacht voor elkaar te hebben. Óók voor ‘onze’ grootouders die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen.
Gemiddeld gaan we 1 keer per maand op bezoek bij deze ‘opa’s en oma’s’. Ik stem de activiteiten af, en bereid deze voor samen met de activiteitenbegeleidster van het woonzorgcentrum.